Bijbelcommentaar

In deze sectie zullen we aandacht besteden aan specifieke bijbelgedeelten.

Oude testament

Bijbelplaats	Artikel
Genesis 2	Stierf Adam dezelfde dag (Genesis 2:17) of bleef hij leven tot de leeftijd van 930 jaar (Genesis 5:5)?
Genesis 5	Stierf Adam dezelfde dag (Genesis 2:17) of bleef hij leven tot de leeftijd van 930 jaar (Genesis 5:5)?
Genesis 6	Besloot God dat de levensduur van mensen slechts 120 jaar moest zijn (Genesis 6:3) of langer (Genesis 11:12-16)? Veranderde God van gedachten (Genesis 6:7; Exodus 32:14; 1 Samuël 15:10-11, 35) of niet (1 Samuël 15:29)?
Genesis 7	Werd Noach verondersteld om twee paar van alle levende wezens te brengen (Genesis 6:19-20) of 7 paar van ‘reine’dieren (Genesis 7:2; zie ook Genesis 7:8,9)?
Genesis 11	Besloot God dat de levensduur van mensen slechts 120 jaar moest zijn (Genesis 6:3) of langer (Genesis 11:12-16)? Wie was de vader van Selah; Kainan (Lucas 3:35-36) of Arpachsad (Genesis 11:12)?
Genesis 37	Verkochten de Midianieten Jozef “aan de Ismaëlieten” (Genesis 37:28) of aan Potifar, een hoveling van Farao (Genesis 37:36)? Brachten de Ismaëlieten Jozef naar Egypte (Genesis 37:28) of waren het de Midianieten (Genesis 37:36) of Jozefs broeders (Genesis 45:4)?
Genesis 45	Brachten de Ismaëlieten Jozef naar Egypte (Genesis 37:28) of waren het de Midianieten (Genesis 37:36) of Jozefs broeders (Genesis 45:4)?
Genesis 46	Kwamen 70 leden van het huis van Jacob naar Egypte (Genesis 46:27) of waren het 75 leden (Handelingen 7:14)?
Exodus 7	Hoe kon de Egyptische magiërs water in bloed veranderen (Exodus 7:22) als al het beschikbare water reeds door Mozes en Aäron was veranderd (Exodus 7:20-21)?
Exodus 32	Veranderde God van gedachten (Genesis 6:7; Exodus 32:14; 1 Samuël 15:10-11, 35) of niet (1 Samuël 15:29)?
Numeri 25	Stierven 24.000 Israëlieten in de plaag te 'Sittim' (Numeri 25:1, 9) of waren het er slechts 23.000 Israëlieten die stierven (1 Corinthiërs 10:8)?
Deuteronomium 18	Wie is de profeet zoals Mozes? Waarom is in De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) gekozen voor het meervoud ‘profeten’ De Deuteronomiumafleidingen: Twee korte, heldere, eenvoudige bewijzen dat Mohammed een valse profeet was
Deuteronomium 20	Allah en God in oorlog: Gescheiden werelden
Jozua 15	Jozua en de Israëlieten namen Jeruzalem in (Jozua 10:23,40) of niet (Jozua 15:63)?
Jozua 10	Jozua en de Israëlieten namen Jeruzalem in (Jozua 10:23,40) of niet (Jozua 15:63)?
1 Samuël 15	Veranderde God van gedachten (Genesis 6:7; Exodus 32:14; 1 Samuël 15:10-11, 35) of niet (1 Samuël 15:29)?
1 Samuël 17	Doodde David (1 Samuël 17:23, 50) of Elhanan (2 Samuël 21:19) Goliath?
1 Samuël 21	Was de hogepriester Abjathar (Marcus 2:26) of Achimelech (1 Samuël 21:1; 22:20) toen David in het huis van God ging en geheiligd brood at?
1 Samuël 31	Nam Saul zijn eigen zwaard en viel erop (1 Samuël 31:4-6) of doodde een Amalekiet hem (2 Samuël 1:1-16)?
2 Samuël 1	Nam Saul zijn eigen zwaard en viel erop (1 Samuël 31:4-6) of doodde een Amalekiet hem (2 Samuël 1:1-16)?
2 Samuël 4	Zet God David aan om zijn volk te tellen (2 Samuël 4:1) of doet Satan dat (1 Kronieken 21:1)?
2 Samuël 5 en 6	Bracht David de Ark van het Verbond naar Jeruzalem na het verslaan van de Filistijnen (2 Samuël 5 en 6) of ervoor (1 Kronieken 13 en 14)?
2 Samuël 8	Nam. David 1.700 van koning Zoba’s ruiters gevangen (2 Samuël 8:4) of waren het er 7.000 (1 Kronieken 18:4)?
2 Samuël 13	Was de naam van koning Abia’s moeder Michaja, dochter van Uriël van Gibea (2 Kronieken 13:2) of Maächa, dochter van Absalom (2 Kronieken 11:20 & 2 Samuël 13:27)?
2 Samuël 21	Doodde David (1 Samuël 17:23, 50) of Elhanan (2 Samuël 21:19) Goliath?
2 Samuël 23	Zet God David aan om zijn volk te tellen (2 Samuël 4:1) of doet Satan dat (1 Kronieken 21:1)? Hief de overste van de machtige mannen van David zijn speer op en doodde 800 mannen (2 Samuël 23:8) of slechts 300 mannen (1 Kronieken 11:11)?
2 Samuël 24	2 Samuël 24:9 geeft voor de totale populatie van Israël 800.000, waar 1 Kronieken 21:5 zegt dat het 1.100.000 was. 2 Samuël 24:9 geeft het ronde getal van 500.000 gevechtsklare mannen in Juda, dat was 30.000 meer dan het aantal 1 Kronieken 21:5. 2 Samuël 24:13 noemt dat er zeven jaren hongersnood zullen komen waar 1 Kronieken 21:12 er slechts drie noemt.
1 Koningen 4	Had Salomo 40.000 stallen voor zijn paarden (1 Koningen 4:26) of 4.000 stallen (2 Kronieken 9:25)?
1 Koningen 5	Wees Salomo 3.600 opzichters aan (2 Kronieken 2:2) voor het werk van het bouwen van de tempel of waren het er slechts 3.300 (1 Koningen 5:16)?
1 Koningen 7	Bouwde Salomo een faciliteit bevattend 2.000 bath (1 Koningen 7:26) of meer dan 3.000 bath (2 Kronieken 4:5)?
1 Koningen 8	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
1 Koningen 15	Volgens de auteur stierf Baësa, de koning van Israël in het 26 e jaar van koning Asa’s regeerperiode (1 Koningen 15:33) of was hij nog in leven in het 36 e jaar ( 2 Kronieken 16:1)?
2 Koningen 2	Behalve Jezus was er niemand anders (Johannes 3:13) of waren er anderen (2 Koningen 2:11) die naar de hemel opstegen?
2 Koningen 8	Was Ahazia 22 (2 Koningen 8:26) of 42 (2 Kronieken 22:2) toen hij begon te regeren over Jeruzalem?
2 Koningen 24	Was Jechonja 18 jaar oud (2 Koningen 24:8) of 8 jaar oud (2 Kronieken 36:9) toen hij koning werd van Jeruzalem? Regeerde koning Jechonja drie maande over Jeruzalem (2 Koningen 24:8) of drie maanden en tien dagen (2 Kronieken 36:9)?
1 Kronieken 3	Was Josía (Matteüs 1:11) of Jojakim (1 Kronieken 3:16) de vader van Jechonja? Welke zoon van Zerubbabel was een voorouder van Jezus Christus, Abíud (Matteüs 1:13) of Resa (Lucas 3:27), en wat betreft Zerubbabel in (1 Kronieken 3:19-20)? Zou Jezus Davids troon beërven (Lucas 1:32) of niet (Matteüs 1:11; 1 Kronieken 3:16 & Jeremia 36:30)?
1 Kronieken 11	Hief de overste van de machtige mannen van David zijn speer op en doodde 800 mannen (2 Samuël 23:8) of slechts 300 mannen (1 Kronieken 11:11)? Hief de overste van de machtige mannen van David zijn speer op en doodde 800 mannen (2 Samuël 23:8) of slechts 300 mannen (1 Kronieken 11:11)?
1 Kronieken 13 en 14	Bracht David de Ark van het Verbond naar Jeruzalem na het verslaan van de Filistijnen (2 Samuël 5 en 6) of ervoor (1 Kronieken 13 en 14)?
1 Kronieken 18	Nam. David 1.700 van koning Zoba’s ruiters gevangen (2 Samuël 8:4) of waren het er 7.000 (1 Kronieken 18:4)?
1 Kronieken 21	Zet God David aan om zijn volk te tellen (2 Samuël 4:1) of doet Satan dat (1 Kronieken 21:1)? 2 Samuël 24:9 geeft voor de totale populatie van Israël 800.000, waar 1 Kronieken 21:5 zegt dat het 1.100.000 was. 2 Samuël 24:9 geeft het ronde getal van 500.000 gevechtsklare mannen in Juda, dat was 30.000 meer dan het aantal 1 Kronieken 21:5. 2 Samuël 24:13 noemt dat er zeven jaren hongersnood zullen komen waar 1 Kronieken 21:12 er slechts drie noemt.
2 Kronieken 2	Wees Salomo 3.600 opzichters aan (2 Kronieken 2:2) voor het werk van het bouwen van de tempel of waren het er slechts 3.300 (1 Koningen 5:16)?
2 Kronieken 4	Bouwde Salomo een faciliteit bevattend 2.000 bath (1 Koningen 7:26) of meer dan 3.000 bath (2 Kronieken 4:5)?
2 Kronieken 6	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
2 Kronieken 9	Had Salomo 40.000 stallen voor zijn paarden (1 Koningen 4:26) of 4.000 stallen (2 Kronieken 9:25)?
2 Kronieken 11	Was de naam van koning Abia’s moeder Michaja, dochter van Uriël van Gibea (2 Kronieken 13:2) of Maächa, dochter van Absalom (2 Kronieken 11:20 & 2 Samuël 13:27)?
2 Kronieken 13	Was de naam van koning Abia’s moeder Michaja, dochter van Uriël van Gibea (2 Kronieken 13:2) of Maächa, dochter van Absalom (2 Kronieken 11:20 & 2 Samuël 13:27)?
2 Kronieken 16	Volgens de auteur stierf Baësa, de koning van Israël in het 26 e jaar van koning Asa’s regeerperiode (1 Koningen 15:33) of was hij nog in leven in het 36 e jaar ( 2 Kronieken 16:1)?
2 Kronieken 22	Was Ahazia 22 (2 Koningen 8:26) of 42 (2 Kronieken 22:2) toen hij begon te regeren over Jeruzalem?
2 Kronieken 26	Was Joram (Matteüs 1:8) of Amazia (2 Kronieken 26:1) de vader van Uzzia?
2 Kronieken 36	Was Jechonja 18 jaar oud (2 Koningen 24:8) of 8 jaar oud (2 Kronieken 36:9) toen hij koning werd van Jeruzalem? Regeerde koning Jechonja drie maande over Jeruzalem (2 Koningen 24:8) of drie maanden en tien dagen (2 Kronieken 36:9)?
Ezra 2	Zijn de aantallen van Israëlieten bevrijd uit de Babylonische gevangenschap correct in Ezra (Ezra 2:6, 8, 12, 15, 19, 28) of in Nehemia (Nehemia 7:11, 13, 17, 20, 22, 32)? Zowel Ezra 2:64 als Nehemia 7:66 is het erover eens dat het totaal van de gehele gemeente 42.360 was, nu wanneer de totalen worden opgeteld, telt Ezra 29.818 en Nehemia 31.089? Begeleidden 200 zangers (Ezra 2:65) of 245 zangers (Nehemia 7:67) de gemeente?
Nehemia 7	Zijn de aantallen van Israëlieten bevrijd uit de Babylonische gevangenschap correct in Ezra (Ezra 2:6, 8, 12, 15, 19, 28) of in Nehemia (Nehemia 7:11, 13, 17, 20, 22, 32)? Zowel Ezra 2:64 als Nehemia 7:66 is het erover eens dat het totaal van de gehele gemeente 42.360 was, nu wanneer de totalen worden opgeteld, telt Ezra 29.818 en Nehemia 31.089? Begeleidden 200 zangers (Ezra 2:65) of 245 zangers (Nehemia 7:67) de gemeente?
Spreuken 20	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
Spreuken 21	Hoe kan de losprijs die Christus aan allen geeft, die goed is (Marcus 10:45; 1 Timotheüs 2:5-6), dezelfde zijn als de losprijs voor de trouweloze (Spreuken 21:18)?
Prediker 7	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
Hooglied 5	Wordt Mohammed genoemd?

Jeremia 8	De corruptie van de Thora
Jeremia 36	Zou Jezus Davids troon beërven (Lucas 1:32) of niet (Matteüs 1:11; 1 Kronieken 3:16 & Jeremia 36:30)?

Nieuwe testament

Bijbelplaats	Artikel
Matteüs 1	Stamde Jezus af van Salomo (Matteüs 1:6) of van Nathan (Lucas 3:31), beiden zijn zonen van David? Was Joram (Matteüs 1:8) of Amazia (2 Kronieken 26:1) de vader van Uzzia? Was Josía (Matteüs 1:11) of Jojakim (1 Kronieken 3:16) de vader van Jechonja? Was Jechonja (Matteüs 1:12) of Neri (Lucas 3:27) de vader van Seálthiël? Welke zoon van Zerubbabel was een voorouder van Jezus Christus, Abíud (Matteüs 1:13) of Resa (Lucas 3:27), en wat betreft Zerubbabel in (1 Kronieken 3:19-20)? Waren er veertien (Matteüs 1:17) of dertien (Matteüs 1:12-16) generaties vanaf de Babylonische ballingschap tot Christus? Was Jacob (Matteüs 1:16) of Heli (Lucas 3:23) de vader van Jozef en echtgenoot van Maria? Zou Jezus Davids troon beërven (Lucas 1:32) of niet (Matteüs 1:11; 1 Kronieken 3:16 & Jeremia 36:30)?
Matteüs 2	Vluchtte Jozef met de baby Jezus naar Egypte (Matteüs 2:13-23) of presenteerde hij hem rustig in de tempel in Jeruzalem en keerde terug tot Galiléa (Lucas 2:21-40)?
Matteüs 3	Johannes the Doper herkende Jezus voordat hij gedoopt werd (Matteüs 3:13-14) of niet (Johannes 1:32-33)?
Matteüs 5	Komt gij zondaars, wordt gegeseld en gestenigd in naam van de islam! Of wordt vergeven, geheeld en hersteld door Jezus! Hoe Jezus Christus het oude testament vervult: Een analyse van Matteüs 5:17-20
	Jezus ontmoette eerst Simon Peter en Andreas bij het Meer van Galiléa (Matteüs 4:18-22) of op de oevers van de rivier de Jordaan (Johannes 1:42-43)?
Matteüs 8	Kwam de Centurion (hoofdman) te Kapérnaüm persoonlijk Jezus vragen om zijn slaaf te genezen (Matteüs 8:5)? Of zond hij joodse oudsten en zijn vrienden (Lucas 7:3,6)?
Matteüs 9	Was de man die Jezus zag zitten in het tollenaarskantoor en die hij riep om zijn discipel te zijn Matteüs (Matteüs 9:9) of Levi (Marcus 2:14; Lucas 5:27)? Toen Jezus Jaïrus ontmoette, was zijn dochter ‘zojuist overleden’ (Matteüs 9:18) of was zij ‘aan het sterven’ (Marcus 5:23)?
Matteüs 10	Gebood Jezus tot djihaad in Matteüs 10:34? Herodes dacht wel (Matteüs 14:2; Marcus 6:16) of niet (Lucas 9:9) dat Jezus Johannes de Doper was?
Matteüs 11	Johannes de Doper herkende Jezus na zijn doop (Johannes 1:32-33) of niet (Matteüs 11:2)? Johannes de Doper was de te komen Elia (Matteüs 11:14; 17:10-13) of niet (Johannes 1:19-21)?
Matteüs 12	Wat was werkelijk het teken van Jona? Drie dagen en drie nachten in het hart der aarde van Chronologie van belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis
Matteüs 13	Zei Jezus alles openlijk (Johannes 18:20) of sprak hij in het geheim met zijn discipelen (Marcus 4:34, Matteüs 13:10-11)?
Matteüs 14	Wilde Herodes Johannes de Doper doden (Matteüs 14:5) of was het zijn vrouw Herodias (Marcus 6:20)? Herodes dacht wel (Matteüs 14:2; Marcus 6:16) of niet (Lucas 9:9) dat Jezus Johannes de Doper was? Toen Jezus op het water wandelde, aanbaden de discipelen hem (Matteüs 14:33), of waren zij innerlijk bovenmate ontsteld omdat hun harten verhard waren (Marcus 6:51-52)?
Matteüs 16	In Matteüs 16:2; 28:7; Marcus 16:5-6; Lucas 24:4-5; 23 werden de vrouwen verteld wat er met Jezus’ lichaam gebeurd was, terwijl in Johannes 20:2 Maria niets werd verteld. Simon Peter vindt uit dat Jezus de Christus was door een openbaring uit de hemel (Matteüs 16:17) of door zijn broer Andreas (Johannes 1:41)?
Matteüs 21	Toen Jezus Jeruzalem binnentrad reinigde hij de tempel diezelfde dag (Matteüs 21:12) of niet die dag maar de volgende (Marcus 11:1-17)? Matteüs 21:19 zegt dat de boom die Jezus vervloekte onmiddellijk verdorde waar Marcus 11:20 vasthoudt dat hij na één nacht verdorde. Matteüs 21:42, 44 - Is afgekeurde steen verwijzing naar Mohammed?
Matteüs 26	Ging Jezus drie keer weg van zijn discipelen weg om te bidden (Matteüs 26:36-46; Marcus 14:32-42) of één keer (Lucas 22:39-46)? Toen Jezus weg ging om te bidden, waren de woorden in zijn twee gebeden gelijk (Marcus 14:39) of verschillend (Matteüs 26:42)? Bad Jezus zowel tot de Vader (Matteüs 26:39; Marcus 14:36; Lucas 22:42) of niet (Johannes 12:27) om de kruisiging te voorkomen? Vluchtte Jozef met de baby Jezus naar Egypte (Matteüs 2:13-23) of presenteerde hij hem rustig in de tempel in Jeruzalem en keerde terug tot Galiléa (Lucas 2:21-40)? In Matteüs 26:48-50 kwam Judas naar voren en kuste Jezus, waar Judas in Johannes 18:3-12 niet dicht genoeg tot Jezus kon komen om hem te kussen.
Matteüs 27	Verscheen Jezus aan de twaalf discipelen na zijn opstanding (1 Corinthiërs 15:5) of was het aan elf (Matteüs 27:3-5; 28:16; Marcus 16:14; Lucas 24:9,33; Handelingen 1:9-26)? Kocht Judas een akker (Handelingen 1:18) met zijn bloedgeld voor het verraden van Jezus of wierp hij het in de tempel (Matteüs 27:5)? Stierf Judas door zichzelf op te hangen (Matteüs 27:5) of door zich voorover te storten, waarbij het midden opengereten werd en al zijn ingewanden naar buiten kwamen (Handelingen 1:18)? Zei Jezus “Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten?” in het Hebreeuws (Matteüs 27:46) of in het Aramees (Marcus 15:34)? Wordt de akker ‘bloedakker’ genoemd omdat de priester het met bloedgeld kochten (Matteüs 27:8) of vanwege Judas’ bloederige dood (Handelingen 1:19)? Verscheen Jezus aan de twaalf discipelen na zijn opstanding (1 Corinthiërs 15:5) of was het aan elf (Matteüs 27:3-5; 28:16; Marcus 16:14; Lucas 24:9,33; Handelingen 1:9-26) Stierf Jezus voor (Matteüs 27:50-51; Marcus 15:37-38) of nadat (Lucas 23:45-46) het gordijn in de tempel was gescheurd? Waren de precieze woorden van het opschrift aan het kruis (Matteüs 27:37, Marcus 15:26, Lucas 23:38, en Johannes 19:19) verschillend? Jezus droeg wel (Johannes 19:17) of niet (Matteüs 27:31-32) zijn eigen kruis?
Matteüs 28	Instrueerde Jezus zijn discipelen om op hem te wachten in Galiléa (Matteüs 28:10), of dat hij naar zijn Vader en God aan het opvaren was (Johannes 20:17)? Op instructies van Jezus, keerden de discipelen onmiddellijk terug naar Galiléa (Matteüs 28:17) of na tenminste 40 dagen (Lucas 24:33, 49; Handelingen 1:3-4)? Bezocht de vrouw het graf “tegen het aanbreken van de dag” (Matteüs 28:1) of “toen de zon opging” (Marcus 16:2)? Ontmoette Maria Magdalena eerst de opgestane Jezus tijdens haar eerste bezoek (Matteüs 28:9) of bij haar tweede bezoek (Johannes 20:11-17)? En hoe reageerde zij? Ging de vrouw naar het graf om Jezus’ lichaam te zalven met specerijen (Marcus 16:1; Lucas 23:55-24:1)? Of om het graf te zien (Matteüs 28:1) of om geen enkele reden (Johannes 20:1)?
Marcus 1	Ging Jezus onmiddellijk na zijn dopen naar de woestijn (Marcus 1:12-13) of ging hij eerst naar Galiléa, om discipelen te zien en een bruiloft bij te wonen (Johannes 1:35, 43; 2:1-11)?
Marcus 2	Was de man die Jezus zag zitten in het tollenaarskantoor en die hij riep om zijn discipel te zijn Matteüs (Matteüs 9:9) of Levi (Marcus 2:14; Lucas 5:27)? Was de hogepriester Abjathar (Marcus 2:26) of Achimelech (1 Samuël 21:1; 22:20) toen David in het huis van God ging en geheiligd brood at?
Marcus 3	Was de tiende discipel van Jezus op de lijst van de twaalf Thaddéüs (Matteüs 10:1-4; Marcus 3:13-19) of Judas, zoon van Jacobus (Lucas 6:12-16)?
Marcus 4	Zei Jezus alles openlijk (Johannes 18:20) of sprak hij in het geheim met zijn discipelen (Marcus 4:34, Matteüs 13:10-11)?
Marcus 5	Toen Jezus Jaïrus ontmoette, was zijn dochter ‘zojuist overleden’ (Matteüs 9:18) of was zij ‘aan het sterven’ (Marcus 5:23)?
Marcus 6	Wilde Herodes Johannes de Doper doden (Matteüs 14:5) of was het zijn vrouw Herodias (Marcus 6:20)? Toen Jezus op het water wandelde, aanbaden de discipelen hem (Matteüs 14:33), of waren zij innerlijk bovenmate ontsteld omdat hun harten verhard waren (Marcus 6:51-52)? Jezus stond zijn discipelen een staf op hun reis toe (Marcus 6:8) of niet (Matteüs 10:9; Lucas 9:3)? Herodes dacht wel (Matteüs 14:2; Marcus 6:16) of niet (Lucas 9:9) dat Jezus Johannes de Doper was?
Marcus 10	Is Jezus een zondaar? Was de tiende discipel van Jezus op de lijst van de twaalf Thaddéüs (Matteüs 10:1-4; Marcus 3:13-19) of Judas, zoon van Jacobus (Lucas 6:12-16)? Hoe kan de losprijs die Christus aan allen geeft, die goed is (Marcus 10:45; 1 Timotheüs 2:5-6), dezelfde zijn als de losprijs voor de trouweloze (Spreuken 21:18)? Jezus stond zijn discipelen een staf op hun reis toe (Marcus 6:8) of niet (Matteüs 10:9; Lucas 9:3)?
Marcus 11	Toen Jezus Jeruzalem binnentrad reinigde hij de tempel diezelfde dag (Matteüs 21:12) of niet die dag maar de volgende (Marcus 11:1-17)? Jezus reed Jeruzalem binnen op een veulen (Marcus 11:7; vergelijk Lucas 19:35) of een veulen en een ezelin (Matteüs 21:7)?
Marcus 14	Werd Jezus gekruisigd op de dag na de Paasmaaltijd (Marcus 14:12-17) of de dag ervoor (Johannes 13:1, 30, 29; 18:28; 19:14)? Ging Jezus drie keer weg van zijn discipelen weg om te bidden (Matteüs 26:36-46; Marcus 14:32-42) of één keer (Lucas 22:39-46)? Toen Jezus weg ging om te bidden, waren de woorden in zijn twee gebeden gelijk (Marcus 14:39) of verschillend (Matteüs 26:42)? Bad Jezus zowel tot de Vader (Matteüs 26:39; Marcus 14:36; Lucas 22:42) of niet (Johannes 12:27) om de kruisiging te voorkomen? Ontkende Petrus Christus drie keer voor het kraaien van de haan (Johannes 13:38) of drie keer voor de haan twee keer kraaide (Marcus 14:30, 72)?
Marcus 15	De twee dieven met Jezus gekruisigd bespotten Jezus wel (Marcus 15:32) of niet (Lucas 23:43)? Zei Jezus “Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten?” in het Hebreeuws (Matteüs 27:46) of in het Aramees (Marcus 15:34)? Zei de Centurion dat Jezus onschuldig was (Lucas 23:47) of dat hij de Zoon van God was (Marcus 15:39)? Was Jezus aan het kruis (Marcus 15:23) of in het hof van Pilatus (Johannes 19:14) op het zesde uur van de dag van de kruisiging? Stierf Jezus voor (Matteüs 27:50-51; Marcus 15:37-38) of nadat (Lucas 23:45-46) het gordijn in de tempel was gescheurd? Waren de precieze woorden van het opschrift aan het kruis (Matteüs 27:37, Marcus 15:26, Lucas 23:38, en Johannes 19:19) verschillend?
Marcus 16	Verscheen Jezus aan de twaalf discipelen na zijn opstanding (1 Corinthiërs 15:5) of was het aan elf (Matteüs 27:3-5; 28:16; Marcus 16:14; Lucas 24:9,33; Handelingen 1:9-26)? Kochten de vrouwen de specerijen na (Marcus 16:1) of voor de Sabbat (Lucas 23:55 tot 24:1)? Bezocht de vrouw het graf “tegen het aanbreken van de dag” (Matteüs 28:1) of “toen de zon opging” (Marcus 16:2)? Toen de vrouwen arriveerden bij het graf, was de steen “terug gerold” (Marcus 16:4), “afgewenteld” (Lucas 24:2) of “weggenomen” (Johannes 20:1)? Of zagen zij een engel het doen (Matteüs 28:1-6)? Ging de vrouw naar het graf om Jezus’ lichaam te zalven met specerijen (Marcus 16:1; Lucas 23:55-24:1)? Of om het graf te zien (Matteüs 28:1) of om geen enkele reden (Johannes 20:1)? Was Jezus' lichaam gewikkeld in specerijen vόόr zijn begrafenis in overeenstemming met de Joodse begrafenis gewoonten (Johannes 19:39-40), of kwam de vrouw later en voegde toen de specerijen toe (Marcus 16:1)? In Matteüs 16:2; 28:7; Marcus 16:5-6; Lucas 24:4-5; 23 werden de vrouwen verteld wat er met Jezus’ lichaam gebeurd was, terwijl in Johannes 20:2 Maria niets werd verteld.
Lucas 1	Zou Jezus Davids troon beërven (Lucas 1:32) of niet (Matteüs 1:11; 1 Kronieken 3:16 & Jeremia 36:30)?
Lucas 2	Vluchtte Jozef met de baby Jezus naar Egypte (Matteüs 2:13-23) of presenteerde hij hem rustig in de tempel in Jeruzalem en keerde terug tot Galiléa (Lucas 2:21-40)?
Lucas 3	Voegden de vertalers woorden toe aan Lucas 3:23? Was Jacob (Matteüs 1:16) of Heli (Lucas 3:23) de vader van Jozef en echtgenoot van Maria? Was Jacob (Matteüs 1:16) of Heli (Lucas 3:23) de vader van Jozef en echtgenoot van Maria? Was Jechonja (Matteüs 1:12) of Neri (Lucas 3:27) de vader van Seálthiël? Welke zoon van Zerubbabel was een voorouder van Jezus Christus, Abíud (Matteüs 1:13) of Resa (Lucas 3:27), en wat betreft Zerubbabel in (1 Kronieken 3:19-20)? Stamde Jezus af van Salomo (Matteüs 1:6) of van Nathan (Lucas 3:31), beiden zijn zonen van David? Wie was de vader van Selah; Kainan (Lucas 3:35-36) of Arpachsad (Genesis 11:12)?
Lucas 4	Beledigen en bedreigen van Jezus en Mohammed Twee erg verschillende reacties
Lucas 5	Was de man die Jezus zag zitten in het tollenaarskantoor en die hij riep om zijn discipel te zijn Matteüs (Matteüs 9:9) of Levi (Marcus 2:14; Lucas 5:27)?
Lucas 6	Was de tiende discipel van Jezus op de lijst van de twaalf Thaddéüs (Matteüs 10:1-4; Marcus 3:13-19) of Judas, zoon van Jacobus (Lucas 6:12-16)?
Lucas 7	Kwam de Centurion (hoofdman) te Kapérnaüm persoonlijk Jezus vragen om zijn slaaf te genezen (Matteüs 8:5)? Of zond hij joodse oudsten en zijn vrienden (Lucas 7:3,6)?
Lucas 9	Beledigen en bedreigen van Jezus en Mohammed Twee erg verschillende reacties Jezus stond zijn discipelen een staf op hun reis toe (Marcus 6:8) of niet (Matteüs 10:9; Lucas 9:3)?
Lucas 19	Jezus reed Jeruzalem binnen op een veulen (Marcus 11:7; vergelijk Lucas 19:35) of een veulen en een ezelin (Matteüs 21:7)?
Lucas 20	Beledigen en bedreigen van Jezus en Mohammed Twee erg verschillende reacties
Lucas 22	Het zwaard van Jezus en het zwaard van Mohammed Ging Jezus drie keer weg van zijn discipelen weg om te bidden (Matteüs 26:36-46; Marcus 14:32-42) of één keer (Lucas 22:39-46)? Bad Jezus zowel tot de Vader (Matteüs 26:39; Marcus 14:36; Lucas 22:42) of niet (Johannes 12:27) om de kruisiging te voorkomen?
Lucas 23	Voerde Jezus op naar het Paradijs op dezelfde dag van de kruisiging (Lucas 23:43) of twee dagen later (Johannes 20:17)? De twee dieven met Jezus gekruisigd bespotten Jezus wel (Marcus 15:32) of niet (Lucas 23:43)? Zei de Centurion dat Jezus onschuldig was (Lucas 23:47) of dat hij de Zoon van God was (Marcus 15:39)? Waren de laatste woorden die Jezus sprak: “Vader in uw handen beveel ik mijn geest” (Lucas 23:46) of “Het is volbracht” (Johannes 19:30)? Kochten de vrouwen de specerijen na (Marcus 16:1) of voor de Sabbat (Lucas 23:55 tot 24:1)? Ging de vrouw naar het graf om Jezus’ lichaam te zalven met specerijen (Marcus 16:1; Lucas 23:55-24:1)? Of om het graf te zien (Matteüs 28:1) of om geen enkele reden (Johannes 20:1)? Stierf Jezus voor (Matteüs 27:50-51; Marcus 15:37-38) of nadat (Lucas 23:45-46) het gordijn in de tempel was gescheurd? Waren de precieze woorden van het opschrift aan het kruis (Matteüs 27:37, Marcus 15:26, Lucas 23:38, en Johannes 19:19) verschillend?
Lucas 24	Verscheen Jezus aan de twaalf discipelen na zijn opstanding (1 Corinthiërs 15:5) of was het aan elf (Matteüs 27:3-5; 28:16; Marcus 16:14; Lucas 24:9,33; Handelingen 1:9-26)? Op instructies van Jezus, keerden de discipelen onmiddellijk terug naar Galiléa (Matteüs 28:17) of na tenminste 40 dagen (Lucas 24:33, 49; Handelingen 1:3-4)? Toen de vrouwen arriveerden bij het graf, was de steen “terug gerold” (Marcus 16:4), “afgewenteld” (Lucas 24:2) of “weggenomen” (Johannes 20:1)? Of zagen zij een engel het doen (Matteüs 28:1-6)? In Matteüs 16:2; 28:7; Marcus 16:5-6; Lucas 24:4-5; 23 werden de vrouwen verteld wat er met Jezus’ lichaam gebeurd was, terwijl in Johannes 20:2 Maria niets werd verteld.
Johannes 1	Kondigt Jezus Mohammed aan? Ging Jezus onmiddellijk na zijn dopen naar de woestijn (Marcus 1:12-13) of ging hij eerst naar Galiléa, om discipelen te zien en een bruiloft bij te wonen (Johannes 1:35, 43; 2:1-11)? Johannes de Doper herkende Jezus na zijn doop (Johannes 1:32-33) of niet (Matteüs 11:2)? Johannes the Doper herkende Jezus voordat hij gedoopt werd (Matteüs 3:13-14) of niet (Johannes 1:32-33)? Johannes de Doper was de te komen Elia (Matteüs 11:14; 17:10-13) of niet (Johannes 1:19-21)? Simon Peter vindt uit dat Jezus de Christus was door een openbaring uit de hemel (Matteüs 16:17) of door zijn broer Andreas (Johannes 1:41)? Jezus ontmoette eerst Simon Peter en Andreas bij het Meer van Galiléa (Matteüs 4:18-22) of op de oevers van de rivier de Jordaan (Johannes 1:42-43)?
Johannes 3	Behalve Jezus was er niemand anders (Johannes 3:13) of waren er anderen (2 Koningen 2:11) die naar de hemel opstegen?
Johannes 5	Wanneer Jezus over zichzelf getuigt, is zijn getuigenis niet waar (Johannes 5:31) of is zijn getuigenis waar (Johannes 8:14)?
Johannes 8	Wanneer Jezus over zichzelf getuigt, is zijn getuigenis niet waar (Johannes 5:31) of is zijn getuigenis waar (Johannes 8:14)?
Johannes 12	Bad Jezus zowel tot de Vader (Matteüs 26:39; Marcus 14:36; Lucas 22:42) of niet (Johannes 12:27) om de kruisiging te voorkomen?
Johannes 13	Werd Jezus gekruisigd op de dag na de Paasmaaltijd (Marcus 14:12-17) of de dag ervoor (Johannes 13:1, 30, 29; 18:28; 19:14)? Ontkende Petrus Christus drie keer voor het kraaien van de haan (Johannes 13:38) of drie keer voor de haan twee keer kraaide (Marcus 14:30, 72)?
Johannes 18	Zei Jezus alles openlijk (Johannes 18:20) of sprak hij in het geheim met zijn discipelen (Marcus 4:34, Matteüs 13:10-11)? In Matteüs 26:48-50 kwam Judas naar voren en kuste Jezus, waar Judas in Johannes 18:3-12 niet dicht genoeg tot Jezus kon komen om hem te kussen.
Johannes 19	Waren de laatste woorden die Jezus sprak: “Vader in uw handen beveel ik mijn geest” (Lucas 23:46) of “Het is volbracht” (Johannes 19:30)? Was Jezus aan het kruis (Marcus 15:23) of in het hof van Pilatus (Johannes 19:14) op het zesde uur van de dag van de kruisiging? Waren de precieze woorden van het opschrift aan het kruis (Matteüs 27:37, Marcus 15:26, Lucas 23:38, en Johannes 19:19) verschillend? Was Jezus' lichaam gewikkeld in specerijen vόόr zijn begrafenis in overeenstemming met de Joodse begrafenis gewoonten (Johannes 19:39-40), of kwam de vrouw later en voegde toen de specerijen toe (Marcus 16:1)? Jezus droeg wel (Johannes 19:17) of niet (Matteüs 27:31-32) zijn eigen kruis?
Johannes 20	Voerde Jezus op naar het Paradijs op dezelfde dag van de kruisiging (Lucas 23:43) of twee dagen later (Johannes 20:17)? Instrueerde Jezus zijn discipelen om op hem te wachten in Galiléa (Matteüs 28:10), of dat hij naar zijn Vader en God aan het opvaren was (Johannes 20:17)? Ontmoette Maria Magdalena eerst de opgestane Jezus tijdens haar eerste bezoek (Matteüs 28:9) of bij haar tweede bezoek (Johannes 20:11-17)? En hoe reageerde zij? Toen de vrouwen arriveerden bij het graf, was de steen “terug gerold” (Marcus 16:4), “afgewenteld” (Lucas 24:2) of “weggenomen” (Johannes 20:1)? Of zagen zij een engel het doen (Matteüs 28:1-6)? Ging de vrouw naar het graf om Jezus’ lichaam te zalven met specerijen (Marcus 16:1; Lucas 23:55-24:1)? Of om het graf te zien (Matteüs 28:1) of om geen enkele reden (Johannes 20:1)? In Matteüs 16:2; 28:7; Marcus 16:5-6; Lucas 24:4-5; 23 werden de vrouwen verteld wat er met Jezus’ lichaam gebeurd was, terwijl in Johannes 20:2 Maria niets werd verteld.
Handelingen 1	Op instructies van Jezus, keerden de discipelen onmiddellijk terug naar Galiléa (Matteüs 28:17) of na tenminste 40 dagen (Lucas 24:33, 49; Handelingen 1:3-4)? Verscheen Jezus aan de twaalf discipelen na zijn opstanding (1 Corinthiërs 15:5) of was het aan elf (Matteüs 27:3-5; 28:16; Marcus 16:14; Lucas 24:9,33; Handelingen 1:9-26)? Kocht Judas een akker (Handelingen 1:18) met zijn bloedgeld voor het verraden van Jezus of wierp hij het in de tempel (Matteüs 27:5)? Stierf Judas door zichzelf op te hangen (Matteüs 27:5) of door zich voorover te storten, waarbij het midden opengereten werd en al zijn ingewanden naar buiten kwamen (Handelingen 1:18)? Wordt de akker ‘bloedakker’ genoemd omdat de priester het met bloedgeld kochten (Matteüs 27:8) of vanwege Judas’ bloederige dood (Handelingen 1:19)?
Handelingen 7	Kwamen 70 leden van het huis van Jacob naar Egypte (Genesis 46:27) of waren het 75 leden (Handelingen 7:14)?
Handelingen 9	Toen Paulus het licht zag en op de grond viel, vielen zijn reisgenoten ook op de grond (Handelingen 26:14) of niet (Handelingen 9:7)? Vertelde de stem Paulus wat hij ter plaatse moest doen (Handelingen 26:16-18) of werd hij geboden om naar Damascus te gaan om verteld te worden wat te doen (Handelingen 9:7; 22:10)? Toen Paulus op de weg naar Damascus was zag hij een licht en hoorde een stem. Hoorden degenen die met hem waren de stem (Handelingen 9:7) of niet (Handelingen 22:9)?
Handelingen 22	Vertelde de stem Paulus wat hij ter plaatse moest doen (Handelingen 26:16-18) of werd hij geboden om naar Damascus te gaan om verteld te worden wat te doen (Handelingen 9:7; 22:10)? Toen Paulus op de weg naar Damascus was zag hij een licht en hoorde een stem. Hoorden degenen die met hem waren de stem (Handelingen 9:7) of niet (Handelingen 22:9)?
Handelingen 26	Toen Paulus het licht zag en op de grond viel, vielen zijn reisgenoten ook op de grond (Handelingen 26:14) of niet (Handelingen 9:7)? Vertelde de stem Paulus wat hij ter plaatse moest doen (Handelingen 26:16-18) of werd hij geboden om naar Damascus te gaan om verteld te worden wat te doen (Handelingen 9:7; 22:10)?
1 Johannes 1	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
1 Johannes 3	Doet iedereen zonde (1 Koningen 8:46; 2 Kronieken 6:36; Spreuken 20:9; Prediker 7:20; 1 Johannes 1:8-10) of zondigen sommigen niet (1 Johannes 3:1, 8-9; 4:7; 5:1)?
1 Korintiërs 10	Stierven 24.000 Israëlieten in de plaag te 'Sittim' (Numeri 25:1, 9) of waren het er slechts 23.000 Israëlieten die stierven (1 Corinthiërs 10:8)?
2 Korintiërs 12	Is Paulus geslepen/ sluw en bedriegt hij gelovigen?
1 Timotheüs 2	Hoe kan de losprijs die Christus aan allen geeft, die goed is (Marcus 10:45; 1 Timotheüs 2:5-6), dezelfde zijn als de losprijs voor de trouweloze (Spreuken 21:18)?
2 Timoteüs 3	Hoe christenen profijt hebben van het oude testament Is elk van God ingegeven woord nuttig (2 Timotheüs 3:16) of niet nuttig (Hebreeën 7:18)?
Galaten 6	Moeten we elkaars lasten dragen (Galaten 6:2) of moeten we alleen onze eigen lasten dragen (Galaten 6:5)?
Hebreeën 7	Is elk van God ingegeven woord nuttig (2 Timotheüs 3:16) of niet nuttig (Hebreeën 7:18)?